Extra opdracht: Presentatie maken
In dit onderdeel vind je de uitleg van de powerpoint en wat er zeker in de powerpoint moet staan.
Groep 1 : Romaanse kunst
Tijd: 5 à 10 min
Inhoud:

1.Situering 1.1 Situeer op een kaart 1.2 Situeer op een tijdlijn.
2. De kenmerken van de Romaanse bouwkunst:
2.1. Geef de kenmerken van de Romaanse bouwkunst op vlak van muren, zuilen, sfeer, ramen, gewelven en beeldhouwwerken. Gebruik hiervoor duidelijke afbeeldingen.
2.2. Geef drie duidelijke Belgische voorbeelden van Romaanse bouwkunst.
Groep 2 :Gotische kunst
Tijd: 5 à 10 min
Inhoud:

1.Situering 1.1 Situeer op een kaart 1.2 Situeer op een tijdlijn.
2. De kenmerken van de Gotische bouwkunst:
2.1. Geef de kenmerken van de Gotische bouwkunst op vlak van muren, zuilen, sfeer, ramen, gewelven en beeldhouwwerken. Vertel kort hoe deze elementen verschillen van de Romaanse kunst. Gebruik hiervoor duidelijke afbeeldingen.
2.2. Geef drie duidelijke Belgische voorbeelden van Romaanse bouwkunst.
Groep 3: Rogier van Der Weyden (De Kruisafneming)
Tijd: 5 à 10 min
Inhoud:
1.Situering 1.1 Situeer op een kaart 1.2 Situeer op een tijdslijn
2. Omschrijving. 2.1. Geef een korte omschrijving van zijn leven waar de volgende d elementen in zitten: (Woonplaats, beroep en waarvoor hij beroemd is.) 3. Het schilderij 'Kruisafneming' 2. 3.1. Duid de vernieuwingen waarvoor de Vlaamse Primitieven bekend zijn aan in dit schilderij.

Groep 4: Jan van Eyck (Het Huwelijk van Arnolfini)

Tijd: 5 à 10 min
Inhoud:
1.Situering 1.1 Situeer op een kaart 1.2 Situeer op een tijdslijn
2. Omschrijving. 2 2.1. Geef een korte omschrijving van zijn leven waar de volgende elementen in zitten: (Woonplaats, beroep en waarvoor hij beroemd is.)
3. Het schilderij 'Het huwelijk van Arnolfini' 3.1. Duid de vernieuwingen waarvoor de Vlaamse Primitieven bekend zijn aan in dit schilderij.
Groep 5: Petrus Christus, Quinten Massijs of Jheronimus Bosch
Tijd: 5 à 10 min
Inhoud:
1. Keuze van de Vlaamse Primitief 1.1 Kies één van de drie Vlaamse Primitieven (Peter Christus, Quinten Massijs of Jheronimus Bosch).
2. Situering 2.1 Situeer op een kaart 2.2 Situeer op een tijdslijn
3. Omschrijving. 3.1. Geef een korte omschrijving van zijn leven waar de volgende elementen in zitten: (Woonplaats, beroep en waarvoor hij beroemd is.)
4. Het schilderij 4.1. Kies een bekend schilderij van je gekozen persoon. 4.2 Duid de vernieuwingen waarvoor de Vlaamse Primitieven bekend zijn aan in dit schilderij.
Goed gewerkt!!